woensdag 27 oktober 2010

Is daar iemand? [3]

Bij de bespreking van het hoofdstuk cultuur in de regeringsverklaring heeft Alexander Pechtold vanmiddag in de Tweede Kamer een handreiking gevraagd aan Rutte, die uiteindelijk bereid bleek Job Cohen iets toe te zeggen in de omvang van een vingerkootje. Althans zo omschreef de partijleider dat zelf.
Nu de heren lichaamsdelen aan het uitruilen zijn omwille van cultuurbehoud laten laten ze in elk geval zien dat het hakken en snijden in deze categorie hen ernst is.

De dirigent, musicoloog en wiskundige Ernest Ansermet stelt in zijn boek over de grondslagen van de muziek in het menselijk bewustzijn de geschiedenis van onze muziek op één lijn met een boom die zijn takken geleidelijk naar alle kanten laat uitbotten. Elke twijg draagt iets vanuit de wortel, elke nieuwe loot roept de historische ontwikkeling van het totaal op. Je moet in de buurt van Carl Gustav Jung gewoond hebben, uit Zwitserland komen -- Orchestre de la Suisse Romande was immers de standplaats van Ansermet-- om gedachten als deze te formuleren : In de traditie van onze muziek leeft het organische wortelstelsel van onze beschavingsgeschiedenis.
De muziek waarmee wij min of meer vertrouwd zijn en die in onze cultuur traditioneel [en daarmee hier en daar ook verguisd] is geworden, dienen wij te respecteren als een rivierbedding waar ons historisch besef doorheen kan vloeien,
in elke afzonderlijke muzikale interpretatie weer anders, nieuwer, gedifferentieerder.
De vraag is natuurlijk in hoeverre uitvoerende musici, achter in een orkest of soliërend op het podium zich werkelijk steeds opnieuw kunnen realiseren welke gigantische historische afstanden zij overbruggen. Om te klinken moet de muziek als kunst van de tijd het nu eenmaal hebben van het hier en nu.
Als kunstvorm die 'het voorbije' op de lessenaars heeft staan, behoort het tot haar wezen om - zodra ze klinkt - in een flits - de directe verbinding tot stand te brengen tussen
het hier en nu en het moment waarop zij, in een achter ons liggen verleden ontstond, als opbrengst van onze beschaving in een eerdere fase.

Ernest Ansermet levert met zijn redenering een argumentatie voor de noodzaak van herhaling van muziek en muziekleven in ons besef van tijd en ons besef geworteld te zijn in het verleden. De discontinuïteit van de civilisatie die wij nooit als geheel, altijd alleen fragmentarisch kennen, is getoonzet in muziek. En die is steeds opnieuw te interpreteren en te beleven. Totaal onbekend, nog nooit gehoord , oogverblindend nieuw.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten