vrijdag 29 oktober 2010

Bas Heijne over kunsthaat NRC -Opinie

‘De elite betaalt zich blauw aan subsidies voor de gewone man. Mag ze dan haar kunst behouden?’ Deze vraag van Bas Heijne in NRC van afgelopen dinsdag is een impliciete verwijzing naar het profijtbeginsel: Voor wat hoort wat. De vraag sluit in dat kunst nu eenmaal toebehoort aan een elite, wie daarmee ook bedoeld kan zijn, naast Bas Heijne zelf. Ook het vervolg van de redenering is bizar. Heijne betaalt naar zijn zeggen al zijn hele leven voor de voorzieningen van de kinderen van anderen. Kinderen zijn belangrijk voor de samenleving. Dat geldt volgens hem precies zo voor kunstuitingen die nu eenmaal ook niet voor iedereen zijn. De waarden van kinderen en kunst worden door hem tegen elkaar weggestreept waar zij in geld kunnen worden uitgedrukt. Zo precies zitten ook de bezuinigingsmaatregelen in elkaar waarvan hij de stijl kennelijk feilloos navoelt. Dit is het nieuwe denken van de post-neoliberale intelligentia die van alle markten thuis is en niet al te kinderachtig wil overkomen.
Van Bas Heijne had ik verwacht dat hij de lezer zou kunnen uitleggen waarom kunst in principe buiten de categorieën van het calculeerbare valt. Wat natuurlijk niet wil zeggen dat zij onaantastbaar is in de aangekondigde kaalslag.
Van Heijne had ik ook verwacht dat hij de psychologische kant van de cultuurbezuinigingen minder terloops zou afdoen. Terecht wijst hij op de kunstvijandigheid die achter deze cultuurbezuinigingen steekt. Maar bij wie we deze afgunst en animositeit jegens de kunst aantreffen, en waarom, laat hij volledig in het midden.
Bedoelt hij dezelfde zogenoemde jan modaal voor wie hij zich blauw betaalt aan subsidies ? Of gaat het hier om een weer heel andere bevolkingsgroep die mogelijk niet bij machte is om immateriële waarden te consumeren.
De problematiek van de cultuurbezuinigingen en de arrogantie van de anti- kunstmentaliteit in Nederland blijft voorlopig boven aan de agenda.
Zij verdient in NRC een meer doordacht betoog.

woensdag 27 oktober 2010

Is daar iemand? [3]

Bij de bespreking van het hoofdstuk cultuur in de regeringsverklaring heeft Alexander Pechtold vanmiddag in de Tweede Kamer een handreiking gevraagd aan Rutte, die uiteindelijk bereid bleek Job Cohen iets toe te zeggen in de omvang van een vingerkootje. Althans zo omschreef de partijleider dat zelf.
Nu de heren lichaamsdelen aan het uitruilen zijn omwille van cultuurbehoud laten laten ze in elk geval zien dat het hakken en snijden in deze categorie hen ernst is.

De dirigent, musicoloog en wiskundige Ernest Ansermet stelt in zijn boek over de grondslagen van de muziek in het menselijk bewustzijn de geschiedenis van onze muziek op één lijn met een boom die zijn takken geleidelijk naar alle kanten laat uitbotten. Elke twijg draagt iets vanuit de wortel, elke nieuwe loot roept de historische ontwikkeling van het totaal op. Je moet in de buurt van Carl Gustav Jung gewoond hebben, uit Zwitserland komen -- Orchestre de la Suisse Romande was immers de standplaats van Ansermet-- om gedachten als deze te formuleren : In de traditie van onze muziek leeft het organische wortelstelsel van onze beschavingsgeschiedenis.
De muziek waarmee wij min of meer vertrouwd zijn en die in onze cultuur traditioneel [en daarmee hier en daar ook verguisd] is geworden, dienen wij te respecteren als een rivierbedding waar ons historisch besef doorheen kan vloeien,
in elke afzonderlijke muzikale interpretatie weer anders, nieuwer, gedifferentieerder.
De vraag is natuurlijk in hoeverre uitvoerende musici, achter in een orkest of soliërend op het podium zich werkelijk steeds opnieuw kunnen realiseren welke gigantische historische afstanden zij overbruggen. Om te klinken moet de muziek als kunst van de tijd het nu eenmaal hebben van het hier en nu.
Als kunstvorm die 'het voorbije' op de lessenaars heeft staan, behoort het tot haar wezen om - zodra ze klinkt - in een flits - de directe verbinding tot stand te brengen tussen
het hier en nu en het moment waarop zij, in een achter ons liggen verleden ontstond, als opbrengst van onze beschaving in een eerdere fase.

Ernest Ansermet levert met zijn redenering een argumentatie voor de noodzaak van herhaling van muziek en muziekleven in ons besef van tijd en ons besef geworteld te zijn in het verleden. De discontinuïteit van de civilisatie die wij nooit als geheel, altijd alleen fragmentarisch kennen, is getoonzet in muziek. En die is steeds opnieuw te interpreteren en te beleven. Totaal onbekend, nog nooit gehoord , oogverblindend nieuw.

vrijdag 22 oktober 2010

Is daar iemand? [2] Mens en Melodie

Mens en Melodie, inmiddels in de vijfenzestigjarige jaargang, bereidt zich voor op protest tegen de cultuurkaalslag die het nieuwe kabinet in het vooruitzicht stelt.
Het pamflet zal u worden toegezonden. Laat uw naam gerust bij mij achter.

Weliswaar hebben Bernard Haitink, Simon Rattle en Jaap van Zweden zich al op scherpe toon uitgelaten. Ook omroepdirecteur Anton Kok heeft zich verbaasd en verontwaardigd getoond, en de website van het Muziekcentrum van de Omroep staat intussen vol one-liners van boze mensen. Hier en daar worden op de podia verklaringen voorgelezen.
De namenlijst van de petitie groeit gestaag. Stop de cultuurkaalslag!

De beleefde verbaasdheid van Kees Vlaardingerbroek, de man van de Zaterdagmatineé, steekt flets af tegen de woede waarmee Jan Zekveld vijf jaar geleden, bij de vorige bezuiniging als directeur MCO zijn managers over zijn bureau trok. Kleinschedelige receptiegangers noemt Gerrit Komrij de kunstambtenaren. Een paar dagen geleden liet Diederik Boomsma, raadslid van het CDA in Amsterdam, zich smalend uit over het tenenkrommend lawaai van een twaalftoonscompositie van Arnold Schönberg en het autistisch gedruppel van Jackson Pollock. Met dit soort lieden hebben we te maken, dames en heren. Allen fans van André Rieu met het hertje van Van Meegeren thuis aan de schoonsteenmantel. Kunst moet het stellen zonder de centen uit hun wereld van graaicultuur en smeergeldcultuur. En dat is maar goed ook. Met de kasboekjes uit deze wereld heeft kunst niets te maken. Niet dat we geen geld nodig hebben. Maar vanwaar toch die slogan dat er 'natuurlijk' moet worden bezuinigd, ook in de kunstwereld? Zelfs Gijs Scholten van Aschat roept het vanaf het podium. Natuurlijk niet, zou ik zeggen.

Kent u het verhaal van die melodie uit de twaalfde eeuw die de Nijl buiten zijn oevers deed treden en die gezongen werd door iemand die beschikte over een stem die klonk als barstend glas? Dat is mijns inziens het geluid dat wij nu node missen. Hier en daar vloekt een dirigent en zet iemand zijn naam op een lijst. Mijn collega's van het Huizinga Instituut organiseren een wetenschappelijke vergadering over de geschiedenis van kunstorganisaties in Nederland en hebben ieder een verhaaltje geprepareerd.
Nee, ik kom niet. [wordt vervolgd]

dinsdag 19 oktober 2010

Is daar iemand?

Eindelijk een gezaghebbende stem over de voorgenomen cultuurafbraak van Rutte en Verhagen : Bernard Haitink zelf !
Een flagrante schanddaad
noemt hij de aangekondigde opheffing van het Muziekcentrum van de Omroep op de voorpagina van de NRC: Het morele niveau van een samenleving is afleesbaar uit haar culturele niveau. Deze uitspraak haalde het NOS-Journaal en Teletekst begin deze week en werd een dag later in de Ingezonden brievenrubriek van NRC enthousiast gerepliceerd met een Bravo! Wat kan een cultuurliefhebber anders naar Haitink roepen dan Bravo! of Bis! En verder maar een beetje met de pluchen stoel rammelen... Wie begint het echte inhoudelijke debat over de culturele kaalslag, wie komt met getallen en feiten? Hoe gaan we ons verweren?

Waartoe dient muziek? Tot niets. Dat is het juist. Praten over muziek is moeilijk. Praten over geld is veel makkelijker.
Schrijven over muziek is gevaarlijk en misschien wel nutteloos. En niet zozeer omdat er iets onverwoordbaars of onuitsprekelijks ter tafel komt. Juist niet: de muziek is een denkvorm, aanmerkelijk exacter en scherper dan woorden kunnen zijn.
Muziek is een bestaanswijze. Zij liegt nooit, vergist zich nooit.
En: zij is genadeloos.

Wacht maar. (wordt vervolgd)

donderdag 14 oktober 2010

Simon Rattle protesteert

Simon Rattle, dirigent Berliner Philharmoniker,
protesteert tegen de maatregelen
van het nieuwe kabinet inzake het Muziekcentrum van de Omroep :

“De hele muziekwereld moet net zo verafschuwd en verbaasd zijn als ik, bij het zien van deze enorme destructie van orkesten en koren in Nederland. […] Het is een niet te calculeren verlies voor het artistieke leven in Europa. Deze instituten, die met veel geduld zijn opgebouwd gedurende tientallen jaren, kun je met één pennestreek vernietigen. En dan zijn ze onmogelijk weer op te bouwen. Ik doe een klemmend beroep op hen die verantwoordelijk zijn, om Hollands jaloersmakende reputatie als een cultureel centrum niet te verzwakken door deze ondoordachte en beschadigende aanval.”

zie verder: www.mco.nl

vrijdag 1 oktober 2010

MCO afgeschaft?

Concept regeerakkoord: MCO wordt afgeschaft
vrijdag 1 oktober 2010
Chef-dirigenten, musici, directie en staf van het Muziekcentrum van de Omroep hebben met ontzetting gereageerd op het voornemen in het regeerakkoord om het Muziekcentrum van de Omroep af te schaffen.

Zonder enige argumentatie wordt een onderdeel van de Publieke Omroep weggestreept, een onderdeel dat nu juist inhoud geeft aan één van de kerntaken van de Publieke Omroep. Het Radio Filharmonisch Orkest, de Radio Kamer Filharmonie, het Groot Omroepkoor en het Metropole Orkest vervullen een unieke rol in het Nederlandse muziekleven. Zij spelen bijzonder repertoire, trekken volle zalen en doen dat op internationaal topniveau.

Dit mag niet teloorgaan en zeker niet zonder brede afweging binnen de Publieke Omroep en het orkestenbestel. Wij zullen alles in het werk stellen om dit te voorkomen en roepen eenieder met klem op om hiertegen in het geweer te komen.