zondag 13 november 2011

In Memoriam Marius Flothuis 30.10.1914--13.11.2001

IN MEMORIAM MARIUS FLOTHUIS

Het laatste boek van Marius Flothuis is getiteld ‘Mijlpalen en keerpunten in de muziek van de twintigste eeuw’. Ik hielp de toen zesentachtigjarige zieke Flothuis bij het voltooien van die tekst waarin hij de groten uit de twintigste eeuw in korte essays ten tonele voert. Na zijn dood op 13 november 2001 heb ik samen met zijn jongste dochter wijlen Lucie Flothuis de redactie gevoerd over dit bijzondere boek. Het werd in eigen beheer uitgebracht door de Stichting Kunstenaarsverzet 1942-1945 waar Flothuis, en ik als zijn opvolger, bij betrokken waren[ 2001, ISBN 9057101572, Veenman]. Ik presenteerde het boek september 2003 in een foyer van het Concertgebouw en overhandigde het eerste exemplaar aan de toenmalige artistiek directeur van het KCBO Joël Ethan Fried.

Tegelijk met Mijlpalen keerpunten publiceerde ik een novelle, ter nagedachtenis aan Marius Flothuis onder de titel "Nachtmuziek of de geschiedenissen van Florian". In die tekst heb ik een evocatie gezocht, in de figuur Florian, van Marius Flothuis: componist, artistiek leider van het Concertgebouworkest en hoogleraar Muziekwetenschap aan de Universiteit Utrecht. Ik zocht hem zoals ik hem kende: getekend door melancholie, gehavend door de Tweede Wereldoorlog, gevangenschap in een concentratiekamp, verslingerd aan Mozart. Een door velen geliefd persoon die nooit iets vergat. Het onderstaande fragment uit Nachtmuziek of de geschiedenissen van Florian plaats ik vandaag zondag 13 november ter nagedachtenis aan zijn tiende sterfdag. :

Zo lang als je er was, heb ik je geschreven, Florian, zolang als ik je kende. En die zoektocht jou te kennen reikt tot ver over het domein dat Wolfgang omschrijft met bewoordingen van waarachtige gelukzaligheid. Waar ben je nu? Zweef je daarboven tussen flarden uit je geliefde Köchelverzeichnis,in het weefwerk van de toonaarden?

Wie heeft de huiveringwekkende gecompliceerdheid van leven en dood, en van het handelen van de mensen doorgrond als jij? Spreken daarover heb je nooit gekund, de muziek nam dat voor je waar.Je kende de mensen, maar ze bleven je schrik aanjagen. Er was een geluid dat je dikwijls, geheel onverwacht, waarnam en dat je angst aanjoeg. Je attendeerde me erop, maar ik hoorde het niet. Geen muzikaal geluid, daarentegen meer een machinaal geluid, begreep ik. Het deed denken aan een rangerende trein, staal op staal, een knars, de dreun van onverwacht tot stilstand komen, zei je. Je wist wel zeker dat je dit geluid, ooit, lang geleden, in de werkelijkheid had waargenomen. En, omdat je er nu zo van schrok, was je er zeker van dat deze werkelijkheid stamde uit die tijd van voortdurende angst, ontbering en dood. De schrik heb ik steeds vaker gezien, niet alleen van dat innerlijke geluid dat alle muziek verstoorde, ook van plotselinge bewegingen op straat, een fietser die de stoep opreed, iemand die rakelings langs je heen liep, kon je buiten jezelf raken van schrik.

"langsam, doch nicht schleppen"

Ongeveer een jaar na het ongeluk kondigde Florian mij aan dat hij een boek ging schrijven. Het onderwerp had hij voorlopig samengevat als "de eeuw van mijn leven". Eigenlijk was die aankondiging , die ik toen nog als vertrouwelijk moest opvatten - hij vroeg mij immers alleen maar advies - een herhaling van wat hij mij vlak na het ongeluk al gezegd had. Een jaar eerder had hij mij vanuit zijn ziekenhuisbed nabij Salzburg per telefoon al gezegd dat hij een boek aan het schrijven was. In gedachten. Met pen en papier kon hij onder die omstandigheden niets beginnen. Gelukkig was er soms iemand op bezoek die aantekeningen voor hem maakte. Als ik hem terug zie is hij wasbleek, albast, bijna doorzichtig. Alsof hij vluchtig zal worden en zal gaan zweven. Een astronaut met een gebroken been . Een gevallen engel, beroofd van zijn zoevende wiekslag. Maar toch, de lucht om hem heen blijft in beroering. De vermoeidheid is onoverkomelijk maar hij wordt beter en begint weer te lopen, voetje voor voetje. Hij waarschuwt mij dat ik lang voor zijn deur zal moeten wachten voordat hij kan komen opendoen. "Het is met mij net als in een langzaam deel van een Bruckner-symfonie, zegt hij: langsam doch nicht schleppen... "Dan herinner ik me iets dat hij me lang geleden vertelde over "lopen". Het was ter gelegenheid van het bereiken van zijn zeventigste verjaardag dat ik met hem sprak over het kamp, de oorlog. Ik zou over hem schrijven, men vroeg me hem te portretteren aan de hand van zijn werk, zijn muzikale carrière in Preludium Concertgebouwnieuws, 1984. "Ik wil met je praten over de oorlog" heb ik toen tegen je gezegd: over wat je hebt doorgemaakt, over dat wat je leven heeft bepaald en waarmee je altijd bezig bent gebleven. Deze keer dus eens niet over Mozart". Wat hem betreft spreekt het voor zichzelf dat dit zal gebeuren, dat ik dat wil, alsof het volstrekt niets uitmaakt waarover we spreken, alsof Mozart en "de oorlog", of "het kamp" in zijn leven ten diepste omwisselbaar zijn.

[einde fragment]

vrijdag 4 november 2011

Mens en Melodie is terug!


Help Mens en melodie het nieuwe jaar in!
Mens en melodie is hét tijdschrift voor liefhebbers van klassieke muziek.

De komende twee maanden maken we een doorstart met twee dubbeldikke nummers.
Op 11 november verschijnt Mens en melodie 2011-1,
op 20 december Mens en melodie 2011-2.

We gaan er van uit dat we in 2012 vier nummers zullen kunnen uitbrengen.

Kijk op www.mensenmelodie.nl en vraag een proefnummer aan:
proefnummer@mensenmelodie.nl