IN MEMORIAM MARIUS FLOTHUIS
Het laatste boek van Marius Flothuis is getiteld ‘Mijlpalen en keerpunten in de muziek van de twintigste eeuw’. Ik hielp de toen zesentachtigjarige zieke Flothuis bij het voltooien van die tekst waarin hij de groten uit de twintigste eeuw in korte essays ten tonele voert. Na zijn dood op 13 november 2001 heb ik samen met zijn jongste dochter wijlen Lucie Flothuis de redactie gevoerd over dit bijzondere boek. Het werd in eigen beheer uitgebracht door de Stichting Kunstenaarsverzet 1942-1945 waar Flothuis, en ik als zijn opvolger, bij betrokken waren[ 2001, ISBN 9057101572, Veenman]. Ik presenteerde het boek september
Tegelijk met Mijlpalen keerpunten publiceerde ik een novelle, ter nagedachtenis aan Marius Flothuis onder de titel "Nachtmuziek of de geschiedenissen van Florian". In die tekst heb ik een evocatie gezocht, in de figuur Florian, van Marius Flothuis: componist, artistiek leider van het Concertgebouworkest en hoogleraar Muziekwetenschap aan de Universiteit Utrecht. Ik zocht hem zoals ik hem kende: getekend door melancholie, gehavend door de Tweede Wereldoorlog, gevangenschap in een concentratiekamp, verslingerd aan Mozart. Een door velen geliefd persoon die nooit iets vergat. Het onderstaande fragment uit Nachtmuziek of de geschiedenissen van Florian plaats ik vandaag zondag 13 november ter nagedachtenis aan zijn tiende sterfdag. :
Zo lang als je er was, heb ik je geschreven, Florian, zolang als ik je kend
Wie heeft de huiveringwekkende gecompliceerdheid van leven en dood, en van het handelen van de mensen doorgrond als jij? Spreken daarover heb je nooit gekund, de muziek nam dat voor je waar.Je kende de mensen, maar ze bleven je schrik aanjagen. Er was een geluid dat je dikwijls, geheel onverwacht, waarnam en dat je angst aanjoeg. Je attendeerde me erop, maar ik hoorde het niet. Geen muzikaal geluid, daarentegen meer een machinaal geluid, begreep ik. Het deed denken aan een rangerende trein, staal op staal, een knars, de dreun van onverwacht tot stilstand komen, zei j
Ongeveer een jaar na het ongeluk kondigde Florian mij aan dat hij een boek ging schrijven. Het onderwerp had hij voorlopig samengevat als "de eeuw van mijn leven". Eigenlijk was die aankondiging , die ik toen nog als vertrouwelijk moest opvatten - hij vroeg mij immers alleen maar advies - een herhaling van wat hij mij vlak na het ongeluk al gezegd had. Een jaar eerder had hij mij vanuit zijn ziekenhuisbed nabij Salzburg per telefoon al gezegd dat hij een boek aan het schrijven was. In gedachten. Met pen en papier kon hij onder die omstandigheden niets beginnen. Gelukkig was er soms iemand op bezoek die aantekeningen voor hem maakt
[einde fragment]